“Tijdens de nazit van een uitvaart maakte ik een praatje met de 91-jarige broer van de overledene. Ik complimenteerde de man met zijn prachtige bijdrage tijdens de afscheidsbijeenkomst. De familie wist dat hun oom mooi kon vertellen, maar dat dit ook de nodige tijd in beslag zou nemen. Het was goed dit van tevoren te weten, zodat ik de aula in het crematorium langer kon reserveren.
De broer vertelde me dat hij was vergeten in welke volgorde sprekers aan de beurt waren. Tijdens de dienst kreeg hij door dat hij als laatste zou zijn waardoor hij de noodzaak voelde om zijn verhaal om te gooien om dubbele informatie te voorkomen.
Als aanwezige heb ik hier niets van gemerkt. Geen aarzeling of verwarring: hij sprak 10 minuten uit het hoofd met slechts enkele punten op papier. Dus ik vroeg naar zijn geheim om dit zo vloeiend te kunnen. Dit wilde hij wel prijsgeven: houdt geen speech, maar een verhaal, gewoon vanuit je hart. Dan is het altijd goed.
Nu ik toch bij hem was aangeschoven begon hij mij te vertellen over zijn eigen leven. Dat levert altijd mooie verhalen op. Hij deelde dat zijn vrouw al enige tijd niet meer in leven was. Toen ik hem vroeg op welke wijze hij hiermee omging deed hij een boekje open. “Ik ga elke dag naar het graf van mijn vrouw. Als ik dan weer thuis kom, dan is ze er altijd. Dus ik hoef niet ver te zoeken. Ze is altijd thuis.”